Save the date: 27-29 november 2015
Voor leeftijden van 16 tot 26 jaar.
To be continued!
Save the date: 27-29 november 2015
Voor leeftijden van 16 tot 26 jaar.
To be continued!
Beste Madame de la Plume Perdue,
Ik zit reeds een tijdje met een groot probleem. Alhoewel ik technisch goed onderlegd ben in het badminton zit ik toch verveeld met het feit dat ik regelmatig eens geen enkele snaar raak en ik het alomgevreesde pingelgeluid voortbreng. Dit resulteert meestal in een afschuwelijke grimas van de tegenstander. Alsof het nog niet genoeg is, raakt het pluimballetje meestal het net nog een keer. Hoe moet ik hier tegenover staan, want het is telkens punt voor mij. Het is toch zo tof hé, ge weet wel, pingel en punt. Als ik dan terecht de match gewonnen heb zwiert men mij naar het hoofd dat ik een pingelaar ben en dat ik met veel geluk gewonnen heb. Ik begin dan ook te twijfelen aan mijn badmintonkwaliteiten en ik ga er moreel aan ten onder.
Een hopeloze pingelaar.
——————————————————————–
Beste getormenteerde speler,
U bevindt zich onder de weinigen in de badmintonwereld die én technisch onderlegd is én besmet is met “pingelitis acutis”. Hierover moet u zich niet al te veel zorgen maken. U bent niet de enigste die met dat probleem te maken krijgt. Maar u bevindt zich onder de uitzonderingen die ook nog het gevreesde “filetvirus” heeft opgelopen. Dit is natuurlijk een tot hiertoe ongeneeslijke ziekte. U heeft waarschijnlijk in het verleden reeds verschillende partners gehad en deze ziekte opgelopen in één van uw wilde dubbels. Laat dit dus een les zijn voor iedereen! U dient altijd veilig te badmintonnen. En zeker nu, raap dus voor alle zekerheid na elke pingel of netpingel het pluimpje zelf op, maak een imaginair ovaal voor u waar u als het ware doorstapt met pluimpje en al. Nu is het veilig de pluim weer in het spel te brengen en kan u rustig weer serveren aangezien u toch het punt zal gewonnen hebben. Gelieve nooit maar dan ook nooit te lachen na zo een punt, het is al erg genoeg dat u beide ziekten hebt opgelopen. Zoniet zal uw tegenstander geloven dat u zich in een uiterste staat van extase bevindt, en zal na verloop van tijd zijn wiesselend badmintonverkeer uiteindelijk leiden tot een besmetting met het gevreesde virus? Gelieve ook uw kader uit te rusten met de laatste nieuwe rubbertechnologie waardoor het pingelgeluid sterk gedempd wordt en dit de kans tot besmetting tot een minimum herleidt. U kan ook proberen overschakelen naar een tennisracket met een grotere sweepspot. Indien dit financieel niet haalbaar is, gelieve dan voor de wedstrijd een kleine stoomcursus gebarentaal te geven aan uw dubbelpartner en uw tegenstanders en hen daarna uit te rusten met oordopjes. Gelieve dan ook voor elk tornooi in een gesloten omslag aan de hoofdscheidsrechter en aan de tornooiverantwoordelijke melding te geven van uw ziekten.
U ziet mijn beste, zelfs met deze ziekten hoeft badminton nog niet afgeschreven te worden. U kan er in sommige gevallen zelfs van profiteren. Maar wees voorzichtig en verantwoordelijk zodat u niet met de vingers kan gewezen worden indien “pingelitis acutis” en “filetvirus” zich uitbreiden tot uw club of zelfs de BBF. Aanvaard uw situatie en probeer u duidelijk te maken tegenover uw tegenstander indien u hierbij op onbegrip stuit. Veel geluk.. En vergeet niet : Badminton Veilig!!!!
Madame de la Plume Perdue
Beste Madame de la Plume Perdue
Mijn baasje behoort tot de “iets dikkere” orde der humanoïden. Alhoewel hij zich absoluut te pletter traint (hmm) komen de kilootjes er nog steeds vlotjes bij en gaat zijn klassement er geen zak op vooruit. Wat nog erger is, op dit moment behoort hij zelfs niet meer tot de benadigde reekshoofden uit zijn reeks. Waaraan kan dit liggen? Zelfs tijdens het vrijen behoren mijn autobanden tot een stevig houvast voor zijn partner. Elk dieet heeft gefaald. Kan u hem alstublieft helpen?
—————————————————————
Beste buik,
Ik kan best begrijpen dat u zeer bezorgd bent over uw uiterlijk. Enkele indiscrete vraagjes? Heeft u nog succes bij de vrouwen of zoekt hij zijn heil reeds bij de zwaardere gewichtsklasse? Ontstaan er zware golvende bewegingen als hij zijn veters bindt of als hij een pluimpje opraapt? Zijn de 6 blokjes buikspieren gesmolten als sneeuw voor de zon? Heeft hij last van één van de volgende drie dikmakertjes?
1) Heeft uw baasje de curieuze afwijking telkenmale te stoppen bij de Quick?
Oplossing : gelieve aan uw vrienden de talgklieren de opdracht te geven overvloedig vocht af te scheiden zodanig dat uw baasje in aanmerking komt voor een jaarabonnement Biactol. Werkt dit niet, huur dan een vrouw in die hem absoluut duidelijk maakt dat puistjes en zweren tegenwoordig niet meer in zijn.
2) Heeft uw baasje de rare gewoonte om als dorstlesser te grijpen naar gerstennat?
Oplossing : gelieve uw vrienden de hersenen door te spelen dat deze situatie voor hen als levensbedreigend is en hen regelrecht naar een IQ van 50 voert. Laat de hoofdpijnen zegevieren. Verwittig ook uw vriend de mond om zijn geuren rijkelijk te verspreiden zodanig dat er een spontane ademruimte rondom uw baasje ontstaat. Eventuele tip : organiseer een tombola en stuur Walter met de opbrengst op onbepaald verlof zodat uw baasje beter kan afkicken.
3) Gaat uw baasje regelmatig met u te voet of met de fiets of met de auto richting Pitta Melita?
Oplossing : gelieve dan aan uw vriend de lever volgende diensten te vragen : merk hem op om op regelmatige tijdstippen steken te geven. Idem dito voor de milt.
Resultaat : hij zal steeds minder gaan of wel zijn tempo waarmee hij zich voortbeweegt om zijn vraatzucht te stillen met rasse schreden achteruitgaan.
U ziet, beste buik, er is nog altijd hoop tenzij u in de clinch ligt met uw baasje zelf. Een eventueel leven op zich is hierbij aan te raden ofwel kunt u altijd de vers aangekomen hoeveelheid eten en drinken terug naar buiten ophoesten.
Veel succes!
Sportieve groeten,
Madame de la Plume Perdue
Chère Madame de la Plume Perdue,
Sinds kort is het seizoen weer begonnen, maar toch zit ik hier met een aardige steen in de maag. Bij mijn eerste competitiematch, ik voelde me fysiek sterk, kon bergen verzetten en oogde scherp als nooit tevoren, ben ik het volgende tegengekomen : mijn tegenstanders, met alle respect maar één bende losers tesamen, stonden dartel reeds op te warmen daar dit hoogst onnodig was, want de ontmoeting was peanuts en zou niet meer dan luttele seconden in beslag nemen. Ah jaat jong, klop gekregen, goeien ouderwetse klop! De shuttles vlogen me rond de oren en uit mijn gevloek en geverdomme kon ik geen inspiratie halen om het tij alsnog te doen keren. Achteraf feliciteerde ik de tegenstander met een gewillige lach, hem lovend over zijn topprestatie (wat normaal is als je mij verslaat), daar waar ik hem niet liever goei kappes op zijn bakkes wou geven en hem een dikke leppe slaan. Ik overweeg om het seizoen, dat slechts een kleine week begonnen is, nu al voortijdig te stoppen. Kan u, o dierbare Madam Perdue, mijn alsnog uit deze crisis halen?
————————————————————————————————————–
Beste dépri,
De reden voor uw falen kan allerhande zijn. Laten we eerst het sportieve vlak eens bekijken. Ge zegt dat ge fysiek sterk stond? Zijt ge veel gaan lopen? Ge weet toch dat ge daar zo traag van wordt gelijk een slak? Ge zoudt beter wat meer badmintonnen, pluimgevoel is heel belangrijk. Hoe lang hebt ge die teergeliefde ganzeveerkes niet moeten missen, hé? En nu in één keer de held willen uithangen. Natuurlijk is efkes stoppen met badmintonnen goed, maar ge moet niet overdrijven. Op tijd en stond terug naar uw getrouwe clubtraining, voor zover die er is en voor zover de competitie niet voor de aanvang van de clubavonden begint of ermee samenvalt. Dan zit ge enkel met een organisatorisch probleemke, en ligt het niet aan uw fysieke paraatheid of snelheid maar moet ge rotte eieren gaan smijten tegen de perseinen van uw bestuursleden. En hoe zit het op het persoonlijk vlak? Valt ge nog in de smaak bij het andere geslacht? Of misschien zijt ge nu wel van den bond en lijkt hetzelfde geslacht je wel iets? Of is uw vaste relatie een rots in de branding en komt ge nog regelmatig aan uw trekken? Koddentrekker of niet, een goei sexbeurt maakt vrouwen hitsig en mannen lui en loom voor de match (zelfs al lagen ze onderaan). Het zijn allemaal zaken die psychisch kunnen meespelen in uw spelniveau. Of is uw maîtraisse het afgestapt uit de club en zijt ge alle inspiratie kwijt om nog te spelen? Ge ziet, er kunnen heel wat redenen meespelen die uw spelniveau aantasten. Hebt ge nog wel genoeg honger naar de pluim? Speelt uw tegenstander wel met een legaal racket? Of heeft zijn spiermassa een lekkere abnormale uitbreiding genomen, ik denk hier bijvoorbeeld aan creatine, het snoepje bij topsporters en op de grens van toelaatbare doping. Schijt hem dan maar eens goed uit, en al hebt ge verloren, uw nieren zijn dan toch beter dan de zijne. Bij wijze van spreken kunt ge dan eens goed tegen zijn benen pissen, maar aangezien ge niet snel zijt, is weglopen niet aan te raden en kunt ge u beter de moeite besparen en u eens goed laten afrossen. Als laatste raad kan ik u maar meegeven dat ge uw seizoen niet moet opgeven, al bij al worden de prijzen maar uitgereikt aan de meet. Kop op, schouders recht, racket omhoog en af en toe ne goeie pingel en eens goe valsspelen, ’t kan uw zelfvertrouwen maar deugd doen.
Ik hoop u hiermee van diens te zijn geweest
Madame de la Plume Perdue
Geachte Madame de la Plume Perdue,
Ik speel nu toch al een hele tijd badminton, 5 maanden om precies te zijn, en heb reeds een D-klassement. Ik besef wel degelijk dat ik barst van het talent en overweeg ernstig om mijn 9-to-5 job op te zeggen en mij volop op het badminton te storten (en mezelf het statuut van prof op te spelden). Mijn droom is London 2012 nog te halen. Kan ik zoiets verwezenlijken en is dit financieel leefbaar?
Mijn beste realist,
In badminton zijn er 3 regels : begin je te badmintonnen, vermijd dan in België te beginnen, je ondermijnt je toekomst. Begin je toch in België, zie het dan als een hobby. Met een racket van tutterewutteren, wat plastic shuttles en een lidkaart van de VBL ben je al aardig op weg om de eerste de beste strandbadmintonner in een aardige driesetter te verslaan. Word je toch prof in België (poor bastard), vermijd dan zoveel mogelijk de nationale en internationale tornooien in België, zo ontloop je de roddels en de spot van je collega-badmintonfanaten, maar respecteer hen niettemin omdat ze een beter zicht hebben op de realiteit dan uzelf. Maar om u niet teveel te desillusioneren kan ik u enkele tips geven, op basis van mijn wereldwijde trainingskampen in oa. Zimbabwe, Nieuw-Guinea, Botswana en niet te vergeten de met wheat-planten doordrongen stages op sunny Jamaïca-man.
Het key-woord om tot de top door te dringen is verwaandheid en grootmoedigheid. Koop steeds badmintongereif dat groot genoeg is, het loopt veel sjieker en de kans dat uw colleke springt wordt veel kleiner. Doe steeds minachtend over badmintongerief dat niet hetzelfde is dan het uwe. Is het wel hetzelfde zeg dan dat men aan uw voeten ligt om u te sponsoren. Is de andere ook gesponsord, lieg dan over de hoeveelheid materiaal dat gij aangeboden krijgt. De ander zal denken, hoe meer materiaal hij krijgt hoe beter hij wel zal zijn. En het gedrag op de pleinen dan vraagt u zich af? Wel, elk punt dat de tegenstander maakt is een punt met piet, ofwel steek je het maar op de shuttle, de lijnen, de referee, uw trainer die er niets van afweet of de loting waarmee gesjoemeld werd. Je kan het nog verder doortrekken: maak ambras met de uitbater van de cafétaria, en zeg dat zijn eten op niks trekt en op uw maag ligt. Sta er steeds op dat een kinesist uw ongetwijfeld welgevormde spieren lekker inkneed, is er geen in de zaal maak genoeg amok zodanig dat iedereen het hoort en u reeds van tevoren kent. Op voorhand de tegenstander wat schrik inboezemen kan nooit geen kwaad. U ziet, vooraleer u tot topsporter wordt gebombardeerd hoeft u in feite een cursus ‘eikelvorming’ of de ‘hoe haten mensen mij-cursus in 10 lessen’ te volgen. Combineer dit met een gezonde dosis EPO, wat anabolica tot uw voortplantingsorganen gereduceerd zijn tot doperwtjes en ge gaat er zeker geraken. Over het financieel aspect heb ik nu geen goesting om daarover uit te wijden, ik moet mij nog een YONEX VOLTRIC 80 gaan kopen, niet dat het een goei racket is, maar show hé, show. Salut en de kost.
Madame de la Plume Perdue
Beste Madame de la Plume Perdue,
Ik behoor al een tijdje tot de groep slaven in loondienst die na dagen labeur de blik op oneindig graag verwisselt met die van een witte pluim op een groen vlak. Door gebrek aan sportieve beweging tijdens het werk, het ongezonde leven (wat wel goed smaakt moet ik toegeven), de al wat vorderende leeftijd, kopzorgen en andere menselijke volwassen ellende, wil op het het veld het lijf niet altijd meer naar de geest luisteren. Het kraakt, het doet zeer, het buigt niet meer, het schuift niet meer, het draait al eens uit de kom, de adem wordt hijgend door gebrek aan, niet door te veel aan. En omdat trainingen volgen niet altijd mogelijk is gaat de fysieke conditie er zienderogen op achteruit. In tegenstelling tot de competitieve spirit. Die is des te meer aanwezig. Niet dat ik persé A wil worden. Nee. Tis vooral voor de leute en voor de sport. Maar wat als het lijf niet meer mee wil. Onlangs kreeg het zakkende moreel nog een knauw toen de jonge generatie onder ons ons meewarig “oldtimers” noemde. U zal al begrepen hebben, beste Madame, dat stilaan de moed in onze schoenen zakt en de resultaten uitblijven. Des te meer omdat wij, de loonslaven, geacht worden het goede voorbeeld te geven aan de jonge springers door niet met het racket te gooien, niet te schreeuwen, de tegenstander te respecteren, de supporters te soigneren en altijd met 2 woorden spreken. Maar op den duur wordt de frustratie steeds groter, en de tegenstanders altijd maar jonger en beter. Madame, alstublieft! Zeg mij hoe mijn moreel en prestaties op een beleefde, eerlijke manier weer omhoog te krikken.
Een badmintonner in een vroege midlife-crisis
___________________________________________________________________________
Beste vroege-midlife-crisist,
Als ik uw situatie even mag samenvatten. U bent een gezonde levensgenieter met “a hell of a job”. U heeft daardoor weinig tijd om uw fysieke conditie te verzorgen (die ook steeds moeilijker te kweken valt) en bemerkt bij uzelve blijkbaar de eerste tekenen van fysiek verval. Een situatie waar elke sporter op alle niveaus vroeg of laat mee geconfronteerd wordt!
De algemeenheden die daarover te vertellen zijn kunnen ietwat te algemeen blijken bij een “case-study” van geval tot geval. Dus erg concrete en directe raad kan ik u niet vertellen zonder uw “geval” persoonlijk te kennen.
Had ik u persoonlijk kunnen volgen, dan had ik me een specifiek oordeel kunnen vormen over uw situatie en had ik kunnen inschatten of u bij de “valse klagers” hoort die eigenlijk gewoon te lui zijn om te helpen donderen op het badmintonterrein, dan wel of u bij de “hopeloze optimisten” hoort die niet willen inzien dat hun top al verre gepasseerd is en wiens ster als een vijg na Pasen in moeders porseleinkast aant vergaan is (of hoe luidt die zegswijze ook alweer…)
Toch enkele tips om bij uzelve te kunnen oordelen hoever u al op de ladder van het minimale-fysieke-welzijn-voor-het-normaal-beoefenen-van-onze-geliefde-badmintonsport gezakt bent. Test bijv. de hoek tussen beide bovenbenen (dus aan de lies) bij het uitvallen op één been aan het net. Is die hoek minder dan 90° geworden omdat het anders te veel pijn doet (en waar dan nog…) ruil dan uw racketje maar in voor een “jeu de boules” of een biljartkeu. Haalt u nog bij de 180° is alles nog ok. Haalt u meer dan 180° dan ben ik reuzecurieus naar uw manier van stappen nadien.
Een andere test is het tellen van het aantal stappen dat u nodig hebt tussen een clear en een netdrop. Zijn het er meer dan 5 (geworden) vrees ik dat uw fysieke herfst inderdaad is ingetreden. Afhankelijk van de lengte van al uw benen zouden het normaliter 3 of 4 moeten zijn. Zijn het er slechts 2 dan hebt u uw verborgen talent voor het hinkstapspringen ontdekt. Zijn het er 0 dan hebt u gezeurd en bent u blijven staan!
Indien u in beide testen slecht scoort dan zal u toch aan uzelf moeten wijsmaken dat het (sportieve) vet van de soep is (en elders bij u een plaatsje gevonden heeft?) Wilt u zich alsnog meten met medelotgenoten, zijnde veelal mede-leeftijdgenoten en bent u nog te jong voor de catégorie “juniorveteranen” pleit dan dringend bij uw bond voor het oprichten van een extra catégorie zoals bijv. de kadetten-veteranen (ook wel “vette kadetten” genoemd)
Moreel kan het helpen ten opzichte van het jonge geweld hun prestaties vooraf reeds te minimaliseren en u zo in een comfortabele underdogpositie te plaatsen (zoals de Rode Duivels steeds druk mee bezig zijn). Zo wordt ieder gescoord punt een overwinning op zich en er één te veel voor de tegenpartij. En als u dan toch zelfs 30 keer in 1 match kunt winnen beleeft u er nog 30 keer zoveel plezier aan ook.
Scoort u op beide testen echter nog goed, dan is het nog volop sportieve lente of zomer en is het allicht maar een tijdelijke koele depressie die aan het sportieve front passeert. De perspectieven op glorieuze zonneschijn na een tijdelijke regenbui blijven echt wel open.
En wat het “oldtimer”-verwijt betreft, daar geven ze toch soms grof geld voor?
In de hoop u Hiermee terdege van dienst te zijn geweest.
Sportieve groeten,
Madame de la Plume Perdue
Beste Madame de la Plume Perdue,
Ik ben een nogal omstuimige jonge man, maar zonder blikken of blozen –tenzij je naar me kijkt en naar me blijft kijken- mag ik wel zeggen dat ik het hart op de juiste plaats draag.
Ik zit echter met één groot probleem. Ik heb namelijk een veel te grote mond, wat me niet alleen bij het kussen parten speelt, erger nog, ik ben het type van iemand met een grote mond maar met het kleine hartje en misschien wel met het gouden hartje.
Uit die situatie van ontembare energie plus mijn onverdroten omstuimig karakter heb ik nogal eens last van vernielzucht.
Deze drang tot beperkt zich voorlopig alleen maar tot mijn eigen materiaal, en zelden, heel zelden, ook wel eens tot een stadseigendom. Ik vrees echter dat mijn manier van doen wel eens zou kunnen overslaan naar personen.
Daarom en ook omdat de kostprijs van al het materiaal iets te hoog wordt, ben ik nu aan het afkicken… maar niets, maar dan ook niets (relaxatie, joga, celtherapie, eenzame opsluiting, stretchen voor en na de wedstrijd, ijstherapie, vreetkuren,… ) helpt.
Daarom richt ik mij in een laatste hoop tot u, Madame.
Kan u met al uw wijsheid niets doen om mij van mijn gewelddadigheden af te helpen? Ik smeek u!
Een wanhopige badmintonner.
_________________________________________________________________________
Beste wanhopige badmintonner,
Uw honds gedrag is inderdaad van die aard aan het worden dat u zich ernstig zorgen mag/moet maken. Volgens uw beschrijvingen zit u namelijk al aan de derde graad van het zogeheten “Exterminator-IX-syndroom”. De eerste graad, vloeken en tieren, daar heeft iedereen in een slechter moment wel al eens last van, en is van voorbijgaande aard.
In de tweede graad gaat dit gepaard met een “net-ingehouden-smijten” van racketje of “net-niet-stuktrappen” van de shuttle. De persoon in kwestie heeft nog net op tijd de controle over zichzelf herwonnen en beseft net op tijd dat hij zich belachelijk aan het maken is. Dat is bij u jammergenoeg niet meer het geval. U zit in de derde graad waarbij vernielzucht de bovenhand haalt, met alle kosten vandien. En let op voor de vierde graad waarbij de persoon in kwestie zichzelf de benen of armen breekt. Tot slot heb je in zeldzame gevallen de vijfde graad die gepaard gaat met algehele destructie van alles en iedereen in de buurt. Zo is de Neder-Oostaziatisch Open Badminton Kampioenschappen van 1938, nochtans in die tijd een tornooi met status niks in geen enkel archief terug te vinden. Er was toen namelijk een bastaardnonkel van mij (ik beken het niet graag) die in de 5e graad beland was en zich zodanig opwond over het niet lukken van zijn geliefde en gevreesde backhand-gekapte-smashdrop dat hij de ganse boel de lucht heeft ingeblazen, zichzelve erbij. Die vijfde graad is liever te mijden, laat dat duidelijk wezen.
Een tovermiddel voor uw kwaal bestaat niet. Naargelang de manier waarop de vernielzucht zich manifesteert zou ik het volgende willen aanraden. Indien u met uw racketje smijt kan een touwtje rond het racket en rond de pols wonderen doen. Is dit niet efficiënt genoeg, dan kan u dit touwtje aan een ringetje in het oor of door de neus bevestigen. De lengte van het touw moet dan wel nog gewoon beheerst badmintonnen toelaten. Klopt u eerder met uw racket, dan raad ik u sterk aan een elastische rubber rondom de rand te bevestigen. Let dan wel op voor de zogenaamde “weerbots” . Bijt u eerder in uw racket, dan helpt een eindje prikkeldraad rond de steel wel.
Maar eigenlijk is het vooral een psychisch probleem. Vraag gerust hulp aan uw (eventuele) dubbelpartner. Die zal u zeker helpen vermits die stilaan ook zal beseffen wat ie riskeert…
Ik wens u veel moed, sterkte en positief doorzettingsvermogen.
In de hoop u hiermee van dienst te zijn geweest,
Madame de la Plume Perdue
Beste Madame de la Plume Perdue,
Ik wend mij tot u omdat ik met een zwaar gewetensprobleem zit. Ik ben reeds een jaar B-speler, en reeds heel de tijd zit ik met het volgende probleem: telkens ik op een veren shuttle sla, telkens ik weer een shuttle aan de kant zie vliegen omdat er een veertje kapot is, denk ik aan de arme gansjes die de pluimpjes voor de shuttle geleverd hebben. Is het waar dat slechts 2 veertjes van elke gans geschikt zijn om shuttles te vervaardigen? Worden die veertjes ruw uitgerukt, of wordt dit met zachtheid gedaan? Lijdt het gansje veel pijn? Het wordt toch niet gedood, die veertjes groeien toch terug aan?
U begrijpt dat dit een serieuze rem voor mijn carrière betekent. Hard smashen of gekapt droppen is er voor mij niet meer bij, er zou eens een veertje moeten stukgaan. Menigmaal ben ik reeds door de scheidsrechters berispt, omdat ik niet van shuttle wilde wisselen, hoewel de tegenstander het vroeg. U bent mijn enige hoop. Help mij in deze moeilijke affaire. Ik zal u eeuwig dankbaar zijn.
Een wanhopige B-speler
_____________________________________________________________________
Geachte B-speler,
Je bezorgdheid om dierlijk leed siert je!!! Hoewel.
Het is namelijk hoegenaamd géén reden om je veelbelovende badmintoncarrière te laten fnuiken door die simpele badmintongansjes.
Het klopt dat er slechts 2 veertjes van elke gans (1 van elke vleugel) geschikt zijn voor een kwaliteitsshuttle. Maar je vergelijkt het verzamelen van die veertjes misschien nog best met ons “naar de kapper gaan”. En zoals je wel weet uit Sesamstraat aflevering nr. 845, “haar knippen doet GEEN pijn!!!” (ik citeer Groover). En net als bij ons het haar, groeien bij die gansjes de veertjes heus wel weer aan. De gansjes zouden die veertjes anders toch ook verliezen bij hun jaarlijkse rui.
Over het psychologisch leed dat eventueel aan de gansjes berokkend wordt, was mijn Nonkel dierenpsycholoog zeer categoriek: “Onbestaand, nikske, nihil!!!”. Sommige van zijn onderzochte gansjes vonden het zelfs leuk geknipt te worden (zonder daarbij sadomasochistische neigingen te moeten vermoeden).
Laar je dierlijk gewetensprobleem dus maa rvaren, ga maar voluit te keer op die echte veren, laat de stukgeslagen pluimpjes maar rustig rond je hoofd neerdwarrelen en ervaar de kick van een perfect gekapte drop waarna je tegenstander enkel maar de resten van de pluim meer kan oprapen….
Succes!
Uw toegenegen,
Madame de la Plume Perdue
In het kader van 25 jaar Lokerse BC brengen we de komende weken ons vergane clubblad terug in beeld. Voor wie het Lokerse maandblad niet kent, de Maffe Mepper deed in het pré-internet-tijdperk dienst als hèt grote bindmiddel van onze club.
Hier werden de speelmomenten, de activeiten, de prestaties op competitie en tornooien volledig uit de doeken gedaan.
Zoals jullie vorige week reeds konden zien is het allereerste exemplaar uitgedeeld in juli 1988. Al snel groeide dit maandblad uit tot een ware hype onder de clubleden en werd het in de loop der jaren een lijvig boekje van een twintigtal bladzijden.
Met de opkomst van het internet en bijgevolg onze eigen website boette het belang van het clubblad weer in. In april 2002 (intussen reeds 9 jaar geleden) verscheen het allerlaatste exemplaar van de Maffe Mepper.
Goede huisvaders die we zijn werden alle edities (zo een 70 in totaal) propertjes bewaard en zullen we deze op de tentoonstelling 25 jaar Lokerse BC (op 10 sept. op de clubdag) ter inzage leggen.
Eén van de meest geliefde rubrieken in de Maffe Mepper was Madame de la Plume Perdue.
Madame de la Plume Perdue hielp ons met onze meest prangende vragen omtrent het spelletje, maar ze hielp ons (misschien nog wel meer) met vanalles en nog wat dat rond het veld gebeurde…
Het systeem werkte als volgt. Een (meestal) anonieme lezer schreef zijn/haar probleem aan Mme de la Plume Perdue waarna zij met al haar levenservaring een waardig antwoord op wist te vinden.
Wie weet kan de geschiedenis zich herhalen en slagen ook jullie erin hiervoor een stukje te schrijven 😉
De Maffe Mepper – Jaargang 5 – Januari 1993
Als redactie van de Maffe Mepper waren we hopeloos op zoek naar een soort ombudspersoon die nuttige en zinvolle antwoorden kon geven op de soms radeloze vragen die bij ons bijtijds komen binnengewaaid. We zochten iemand buiten onze eigen redactie omdat het soort vragen dikwijls nogal gevoelig en persoonlijk ligt en dat vereist veelal een “objectieve” nuchtere probleemanalyse van buitenuit. als aanzet tot mogelijke oplossingen. En in deze tijd van openbrekende Europese grenzen leek het ons wat sullig onszelf op te sluiten in ons eigenstezelve badmintonclubwereldje. En wat personen opsommen die bij onze harde selectieproeven roemloos ten onder zijn gegaan: Sergio (te pervers en oppervlakkig), de Caje (antwoordde niet vlot genoeg), de Sint en de Kerstman (slechts tijdelijk beschikbaar), de redacties van gelijkaardige rubrieken in Libelle-Flair-Rijk der Vrouw en konsoorten (te seutig) en jammergenoeg ook Wendy Van Wanten (te onthullend voor onze jeugd: we willen ze veel leren maar niets alles) U begrijpt dan ook onze enorme opluchting toen we via via, louter toevallig, in contact werden gebracht met Madame de la Plume Perdue.
Ze bleek aan al onze harde selectiecriteria te voldoen. Ze straalt klasse uit, heeft dankzij haar rijpe leeftijd een rijke schat aan levenservaring vergaard (op vele zoniet alle vlakken) en bezit daarenboven een benijdenswaardige badmintonkennis als laatse van de roemruchte de la Plume badmintondynastie. Voor de onwetenden onder U (schande hoor!) misschien toch maar even deze badmintondynastie, daterend uit de beginjaren van het badminton, overlopen. De “Godfather” van de la Plumes heeft indertijd nog met Lord Badminton (in diens nederige stulp) de fundamenten van het badminton gelegd. Later is hij de wereld rondgereisd, op zoek naar waardige tegenstanders. Hij vond er geen en kon bijgevolg (officieus) als eerste wereldkampioen ooit beschouwd worden. Dat ze nog nergens iets van badminton afwisten, speelde natuurlijk in zijn voordeel… Alleszins wordt van hem beweerd dat hij nooit, maar dan ook nooit een matchke verloren heeft. Zijn laatste match als speler vond plaats in Brits koloniaal Indonesië, in de buitenlucht, tegen één van zijn tiental zoons, en hij was voor het eerst dik aan het verliezen toen een adder hem zijn sportieve ondergang heeft gered met een verlammende beet net boven de rechterachillespees… De rest van zijn verlamd leven heeft hij zich onvoorwaardelijk ingezet voor de opleiding en coaching van zijn badmintonminnende kroost. Dat dit niet vruchteloos is ge weest getuigen de talrijke de la Plumes bij de (officieuse) WK-en van de prille badmintonjaren. Zelfs bij de huidige sterke Indonesische generatie badmintonners worde de la Plume-bloed vermoed. In hun koloniale tijd aldaar bleken ze namelijk niet erg bestand tegen de exotische charmes van de plaatselijke schonen en de kans is groot dat die dominante badmintongenen van generatie op generatie zijn doorgegeven…
Madame de la Plume Perdue is dus de laatste nog levende telg van deze boeiende badmintondynastie en is na vele omzwervingen (steeds een pluim volgend) in dit vochtige Belgenland terechtgekomen, waar ze als gepensioneerde weduwe wil bijdragen tot de ontginning van dit in volle badmintonexpansie zijnde vlekje op de aardbol. Haar rubriek in de Maffe Mepper is daar slechts een luttel, doch hopelijk sterk gewaardeerd onderdeel van…
DUS: Speelt u de laatste tijd met een zodanig ei in uw broek of rokje dat uw niveau onder alles is gezakt, aarzel dan niet en leg uw probleem voor aan Madame de la Plume Perdue. Wellicht kent zij (een) mogelijke oplossing(en).
U kan hiervoor schriftelijk terecht bij alle redactieleden van de Maffe Mepper of bij het bestuur. Zij spelen de vraag wel naar haar door. Uw problemen worden in alle discretie en zonodig anoniem behandeld.
__________________________________________________________________________
Chère Madame de la Plume Perdue,
Ik weet niet meer tot wie ik me moet wenden. U bent mijn laatste toeverlaat. Sinds een paar weken is er iets vreemds aan de hand met mijn dubbel-gemengd-heer. Vroeger was hij een gezonde, stoere en niet onknappe verschijning. Ge weet wel, van ’t type waar ge na de uren ook nog best een paar pluimpjes mee wilt kloppen. Een paar tornooien lang ging alles goed tot hij twee weken geleden het terrein kwam opgedraafd in een rokje. Enfin, tot daar toe, een mens wil al eens van garderobe veranderen. Maar het bleef niet bij een rokje. Opeens moest ik de finale spelen met een gespierde jongen in een rokje, netkousen, een opgevulde bh, een mouwloos T-shirt met diepe décolleté, goedkope lipstick en mascara. Bovendien had ie z’n borst- en beenhaar afgeschoren en wou hij zich voortaan bij de dames douchen. Z’n grip en pluimen verfde ie zachtroze. Z’n stem klinkt alsof hij met z’n racket op een ongelegen plaats geslagen heeft. Ik besefte echter dat er professionele hulp aan te pas moest komen toen hij mij, zijn dame, verplichtte om achteraan te spelen.
Wat moet ik doen? Ik heb al uren met mijn partner gepraat, heb naar het EHBO gebeld, heb raad gevraagd aan Goedele Liekens, zelfs al aan onze clubvoorzitter. Is het de midlife-crisis, Madame? Of ligt het aan mij?
Een wanhopige maagd.
______________________________________________
Geachte Maagd,
Laat uw wanhoop varen! Uw partners-geval mag dan eerder zeldzaam zijn, uniek is het niet. Het komt zelfs in de beste families voor. Zo kreeg één van mijn suikernonkels dezelfde vrouwelijke neigingen tijdens zijn jarenlang verblijf in de Arabische landen. Jammergenoeg voor hem, kon hij op geen sikkepit begrip, laat staan medelijden, rekenen: hij werd prompt onder handen genomen door de plaatselijke chirurgische diensten, ontdaan van izjn tevoren niet onaardige mannelijke capaciteiten en weggepromoveerd tot oppereunuch van de harem van de sjeik…
Gelukkig zijn de tijden veranderd en is de Westerse wereld ietwat toleranter (geworden) op dit vlak. En aangezien u het op sportief vlak als duo niet onaardig doet (finale!), lijkt het me logisch als koppel dubbel gemengd te willen blijven spelen. Graag raad ik u daarom aan, nog maar eens op hem te proberen inpraten, daarbij sterk benadrukkend hoe ondankbaar de rol van de dame in dubbel gemengd wel is. Enige overdrijving ter wille van het “goede doel” is hierbij noodzakelijk, ongeacht mogelijke verschillen met uw persoonlijke visie hierop. Stel dus gerust dat een dame in DG niks anders moet doen dan over en weer hupsen langs het netje (ze mag gewoon niet anders van haar partner), dat ze bij iedere gemiste slag de tegenpartij ziet grinniken en woest bliksemende blikken van de eigen partner op de rug voelt, dat in verdedigende stelling de smash van de tegenpartij steevast haar richting uit vlamt, dat de eigen partner veelal bij elk van zijn fouten een troostend woordje verwacht (als het daarbij blijft), en als weerzinwekkend toppunt dan nog, dat de eigen partner na de match, afgepeigerd, doorweekt van het zweet en navenant ruikend, een sensuele en welgemeende zoen verlangt! Als er nog een klein greintje macho-mannelijkheid in uw partner rest, zouden zulke argumenten toch doorslaggevend moeten zijn om zijn proces naar omgekeerde geaardheid terug een draai in de goede richting te geven…
Is het door u gestelde probleem echter van zwaarder allooi, dan vrees ik dat hij van u het tegengestelde verwacht. Schrikt u niet. Met de huidige kennis in de plastische chirurgie is al verrassend veel mogelijk. Eens de beslissing genomen, bereid u dan alvast voor op de ingreep met gepaste hormonenkuur (veel vlees eten of via een bezoekje aan sportartsen uit het vroegere Oostblok geen probleem)? Het zal tevens uw slagkracht en atletisch vermogen op het badmintonterrein ten goede komen. Reken wèl alvast op een gepeperde chirurgenrekening (de VBL, PBO of LBC komen wellicht NIET tussen), want echt simpel is het niet. Om de kosten te drukken kunt u misschien Dhr. P. Jambers aanschrijven. In ruil voor wat beeldmateriaal in verband met deze ultieme oplossing valt er met hem wel iets te regelen…
Hopend u hiermee van dienst te zijn geweest, groet ik u alvast.
Met sportieve hoogachting,
Mme de la Plume Perdue